BIOMEDISCHE PRAKTIJK DR JOHAN DE SAEDELEER WOMMELGEM - ANTWERPEN

CHELATIETHERAPIE

Wat is Chelatietherapie?

EDTA (een afkorting van ethyleendiaminetetraacetaat) is het werkzame bestanddeel bij chelatietherapie. Het is een zogenaamde "chelator" oftewel chelerende stof. Deze term stamt uit het Grieks: "chèlè" betekent klauw en EDTA grijpt als het ware metaaldeeltjes (zoals calcium (kalk), lood, kwik, cadmium) als een klauw vast. In de bloedbaan ingespoten bindt het zich dus aan deze deeltjes; de hele verbinding (d.w.z. EDTA inclusief metaaldeeltjes) wordt vervolgens via de nieren uit het lichaam verwijderd.

De gunstige invloed van chelatietherapie berust onder meer op de volgende effecten:

EDTA beïnvloedt vaatvernauwingen

"Aderverkalking" (atherosclerose), de oorzaak van vernauwingen in de slagaders van hart, benen en hersenen, heeft zijn naam te danken aan de kalkbrokken (plaques) die bij dit ziekteproces in de slagaderwanden worden aangetroffen. EDTA bindt calciumionen (elektrisch geladen kalkdeeltjes) in het bloed en voert deze via de nieren af in de urine. De concentratie van calciumionen in het bloed zal hierdoor dalen en (als reactie op deze verlaging) tot de afgifte van bijschildklierhormoon (PTH of parathormoon) leiden. Dit PTH zal op zijn beurt calciumionen aan de weefsels onttrekken (dus ook aan de slagaderwand) om zo te pogen de (verlaagde) calciumconcentratie in het bloed weer te laten stijgen. Zou deze PTH-reactie niet plaatsvinden, dan zou de calciumconcentratie in het bloed te ver dalen en aanleiding geven tot onwillekeurige (niet tegen te houden) samentrekkingen van allerlei spieren (tetanie).

EDTA beïnvloedt de werking van de lichaamscellen

Bij het ouder worden zal de calciumconcentratie in de lichaamscellen geleidelijk stijgen. Dit leidt ertoe dat de stofwisselingsprocessen en energieproduktie in de cel (dus de feitelijke werking van de cel) geremd worden. Door chelatietherapie worden de cellen als het ware ontkalkt, waardoor hun functie verbetert.

EDTA verwijdert zware metalen

Een van de belangrijkste functies van EDTA is het verwijderen van zware metalen uit het lichaam. Bij het ouder worden hopen zich stoffen als lood, kwik en cadmium in het lichaam op (een soort inwendige milieuverontreiniging). De loodbelasting van de huidige mens is bijvoorbeeld bijna duizendmaal zo groot als 1600 jaar geleden. Zware metalen oefenen een schadelijke invloed op het lichaam uit, o.a. door het blokkeren van allerlei enzymen (dit zijn stoffen die ervoor zorgen dat bepaalde lichaamsprocessen versneld kunnen plaatsvinden).

EDTA beïnvloedt vrijeradicalenreacties

Ook ijzer en koper worden door EDTA uit het lichaam verwijderd. Deze metalen zijn betrokken bij de zogenaamde vrijeradicalenreacties in het lichaam. Vrije radicalen zijn atomen of moleculen (met een zogenaamd ongepaard elektron) die zich op zeer agressieve wijze met allerlei processen in het lichaam willen bemoeien. Ze kunnen zich bijvoorbeeld aan enzymen, celmembranen of DNA (het erfelijke materiaal) binden en zo de functie ervan verstoren. Zich vrij in het bloed bevindende ijzer- en koperionen kunnen onder bepaalde omstandigheden de vorming van vrije radicalen stimuleren. Chelatietherapie zal een overmaat aan deze ionen uit het lichaam verwijderen en daarmee een gunstige invloed uitoefenen op deze schadelijke reacties. Deze werking van EDTA verklaart o.a. de gunstige invloed ervan op reumatische klachten, waarvan bekend is dat deze (deels) door vrije radicalen veroorzaakt worden.

EDTA beïnvloedt de bloedstolling

EDTA heeft een gunstig effect op de bloedplaatjes (trombocyten). Deze spelen een belangrijke rol bij hart- en vaatziekten. Hersen- en hartinfarcten ontstaan in de meeste gevallen doordat stolsels (die voor een groot deel uit bloedplaatjes bestaan) een bloedvat afsluiten. De stolbaarheid van het bloed bij hart- en vaatziekten is overigens vaak hoger dan normaal, zodat zich dan ook gemakkelijker stolsels kunnen vormen. EDTA vermindert daarentegen de kleverigheid van de bloedplaatjes, waardoor de kans op de vorming van stolsels aanzienlijk vermindert.

EDTA beïnvloedt de rode bloedcellen

De rode bloedcellen (erytrocyten) bevatten de onontbeerlijke zuurstof die iedere cel nodig heeft. Onder invloed van chelatie krijgen de rode bloedcellen een grotere mate van flexibiliteit (vervormbaarheid), waardoor ze de kleinere bloedvaten gemakkelijker kunnen bereiken en hier de doorbloeding kunnen bevorderen.

Wat zijn de indicaties voor Chelatietherapie?

Vernauwing van de bloedvaten van het hart (de kransslagaders)

Angina pectoris: pijn in de hartstreek ten gevolge van zuurstoftekort van de hartspier. Deze pijn treedt meestal op bij inspanning, kou, emoties of overvloedige maaltijden, maar soms ook in rust en 's nachts. Hartinfarct: in dit geval is een deel van de hartspier afgestorven, meestal ten gevolge van een acute afsluiting van een kransslagader. Chelatietherapie helpt nieuwe hartinfarcten te voorkomen, evenals het optreden van angina pectoris na een hartinfarct. Bovendien verbetert chelatie de pompfunctie van het hart. Voorkomen van een bypassoperatie of dotteringreep. Uit grote Amerikaanse en Europese studies blijkt dat maar een klein percentage patiënten dat dergelijke ingrepen ondergaat, daar op langere termijn bij gebaat is (vergeleken met patiënten die met medicijnen behandeld worden).

Vernauwing van de bloedvaten van de benen

Bij "rokers-" of "etalagebenen" (de medische term hiervoor is claudicatio intermittens) is er alleen sprake van meer of minder uitgesproken pijnklachten. Gangreen (het daadwerkelijk afsterven van weefsel als gevolg van afsluiting of ernstige vernauwing van een bloedvat) kan het volgende stadium zijn (een voorbeeld hiervan is de zogenaamde "zwarte teen").

Vernauwing van de bloedvaten van de hersenen

Deze vernauwing kan zich op de volgende manieren uiten:

  • Herseninfarct: versterf van hersenweefsel ten gevolge van een afsluiting van een bloedvat door een stolsel (trombose) of losse bloedprop (embolie).
  • TIA (Transient Ischaemic Attaque): tijdelijk zuurstoftekort van de hersenen, dat zich binnen 24 uur herstelt (bijvoorbeeld tijdelijke spraakstoornissen, tijdelijke verlamming, tijdelijke blindheid aan één oog, etc.)
  • Geheugen- en concentratiestoornissen
  • Duizeligheidsklachten
  • Dementie
  • Stoornissen in het zien en horen
  • Vermoeidheid, afname van de vitaliteit

De grote meerderheid van patiënten ervaart een toename van energie en levenslust als gevolg van chelatietherapie.

Reumatische klachten Ook in dit geval oefent chelatietherapie vaak een gunstig effect uit. Extra maatregelen zijn echter vrijwel altijd nodig.

Diabetes mellitus (suikerziekte) Chelatietherapie verbetert de suikerstofwisseling. Diabetespatiënten die chelatietherapie ondergaan, hebben vaak in de loop van de behandeling minder insuline of bloedsuikerverlagende tabletten nodig. Bovendien helpt chelatietherapie complicaties van diabetes mellitus, zoals oog-, zenuw- en nierafwijkingen en afwijkingen van de bloedvaten (versnelde aderverkalking), te voorkomen.

Hoge bloeddruk (hypertensie) Chelatietherapie zal over het algemeen een te hoge bloeddruk verlagen. Bloeddrukverlagende medicijnen kunnen dan ook in veel gevallen verminderd of zelfs gestopt worden.

Preventief, "life extension", streven naar optimale gezondheid

Door het gunstige effect van chelatietherapie met betrekking tot vrije radicalen, zware metalen en calciumstapeling, zal degeneratie (slijtage, aftakeling) van het lichaam worden afgeremd. Niet alleen de bloedvaten van het lichaam worden in goede conditie gehouden, maar het hele lichaam profiteert van regelmatige EDTA-infusen. Onderzoek bij proefdieren toont een duidelijk levensverlengend effect van EDTA. Bij mensen wordt het levensverlengend effect geschat op 8-17 jaar bij mannen en 6-16 jaar bij vrouwen (gemiddeld dus 12 jaar). Deze levensverlenging zou uiteraard niet zinvol zijn als niet ook de kwaliteit van het leven gunstig beïnvloed werd, iets dat chelatietherapie aantoonbaar doet.

Hoe wordt de therapie uitgevoerd?

Zoals vermeld wordt chelatietherapie per infuus toegediend. Hiertoe wordt met een infuusnaald een ader in de arm aangeprikt. De hiervoor gebruikte infuusnaald garandeert een zekere mate van bewegingsvrijheid: indien u dit wilt, kunt u rustig rondlopen, naar het toilet, etc. Na het aansluiten van de infuuszak wordt de juiste druppelsnelheid ingesteld. De gemiddelde duur van het infuus bedraagt tweeeneenhalf tot drie uur om een optimale werkzaamheid te verkrijgen. Wanneer chelatietherapie voor behandeling van een bepaalde ziekte of aandoening bestemd is, bestaat de behandeling uit een serie van 25 infusen die met een frequentie van tweemaal per week worden toegediend. Na deze serie infusen wordt de frequentie afgebouwd tot eenmaal per maand (onderhoudstherapie) om eventuele voortgang van de ziekte te voorkomen. Individuele aanpassing van de behandelfrequentie is mogelijk, maar niet altijd aan te raden. Het maximale effect van chelatie wordt meestal pas twee tot drie maanden na het 25e infuus waargenomen. Dit betekent niet dat verbetering van de klachten zo lang op zich hoeft te laten wachten; sommige patiënten ervaren na vijf behandelingen al een zekere vooruitgang. Bij anderen treedt deze pas na het 15e infuus op. Chelatie in het kader van preventie vraagt om een minder langdurige behandeling. Een serie van tien infusen met een frequentie van tweemaal per week wordt in dat geval geadviseerd. De noodzaak van een onderhoudstherapie kan hierna individueel worden bepaald.